Bacteriële virulentie

De ontwikkeling van urineweginfecties (UWI's) in de neurogene blaas is afhankelijk van een balans tussen bacteriële virulentie en lokale gastheerfactoren.1

Wat weten we over het verband?

Als het vermogen om de infectie lokaal te bestrijden is aangetast, hebben uropathogenen gemakkelijker toegang tot de urinewegen omdat de natuurlijke uitscheiding door urinelozing niet mogelijk is.1 Bovendien kunnen veranderingen in de beschermende flora en veranderingen in het urotheel en de blaaswand na letsel ervoor zorgen dat uropathogenen in de urinewegen zich gemakkelijker aan het urotheel hechten en de blaaswand binnendringen.2,3

Deze factoren kunnen leiden tot urineweginfecties (UWI’s),  maar onderzoek naar en behandeling van deze factoren bevinden zich momenteel nog in een experimenteel stadium.4

Antibiotica en de invloed op de flora

Antibiotica kunnen de beschermende flora ook verstoren. Een onderzoek bij 70 vrouwen met urineweginfecties (UWI’s) toonde aan dat de oorspronkelijke lactobacilluspopulatie na behandeling bij de meeste patiënten niet hersteld was. De flora werd veeleer gedomineerd door uropathogenen.5

Een soortgelijke situatie zou relevant kunnen zijn voor het microbioom in de blaas.4

Wat gebeurt er als de bacteriële flora wordt ondersteund?

De strategie om de bacteriële flora van de gastheer te ondersteunen door het toevoegen van niet-pathogene bacteriën is onderzocht in een paar kleine studies.6,7 Het inbrengen van niet-pathogene bacteriën in de blaas toonde voldoende kolonisatie van de ingebrachte pathogene bacteriën en aanzienlijke reducties in UWI-frequentie.8,9

Hoewel deze aanpak nuttig kan zijn, is er nog onvoldoende bewijs om het gebruik van bacteriële interferentie voor UWI-preventie in de dagelijkse praktijk te ondersteunen.8,9