Om de blaas volledig te legen door het gebruik van een katheter met 2 oogjes, is herpositionering van de katheter nodig. Er bestaat echter een risico op microtrauma aan de blaas bij het verplaatsen van de katheter.¹ Zowel resturine door onvolledige blaaslediging als microtrauma vormen een risico op UWI's.²

Van de 90% IC-gebruikers die hun katheter herpositioneren, ervaart 78% dat hun urine weer begint te stromen. Dit betekent dat de blaas niet volledig leeg is bij de eerste flow-stop.³

Flow-stops maken het volledig ledigen van de blaas onzeker en complex:

• Onzeker omdat flow-stops een valse indicatie geven van een geleegde blaas
• Complex omdat de gebruiker zijn positie moet veranderen¹

Het belang van herpositionering wordt ook onderstreept in de klinische richtlijnen van EAUN.⁴

"Als de urinestraal stopt, trek de katheter dan heel langzaam terug, in stappen van centimeters. Als de urinestraal tijdens het terugtrekken opnieuw begint te stromen, stop dan met terugtrekken en wacht tot de stroom is gestopt voordat u het terugtrekken van de katheter hervat."

Het afvoeren van urine tijdens katheterisatie creëert negatieve druk in de katheter. Hierdoor wordt het blaasslijmvlies in de oogjes van de katheter gezogen, waardoor deze geblokkeerd raken en de urinestroom stopt.¹

Herpositionering van de katheter helpt om het slijmvlies los te maken en de afvoer van urine voort te zetten. Mucosale zuiging kan bovendien de blaaswand beschadigen en de beschermende laag van de epitheelcellen aantasten.¹ Hierdoor kunnen bacteriën zich hechten aan de blaascellen en deze binnendringen, waardoor het risico op UWI toeneemt.^5,6